Orthomoleculair

Wat is orthomoleculaire geneeskunde?

De term 'orthomoleculair' werd voor het eerst gebruikt in 1968 door professor Linus Pauling. Orthos komt uit het Grieks en betekent: juist, recht of gezond. Het woord moleculair staat voor: de molecuul betreffende. Orthomoleculaire geneeskunde betekent geneeskunde met goede moleculen, dus genezing met behulp van vitamines, mineralen, aminozuren, enzymen en sporenelementen.

Voeding én suppletie

Je lichaam heeft voldoende stoffen nodig om goed te kunnen functioneren. Dat zijn onder andere vitaminen, mineralen, (juiste) vetten, enzymen en aminozuren. Een gebrek of een niet optimale hoeveelheid van deze stoffen kan de gezondheid uit balans brengen. Voeding staat daarom centraal! Daarnaast wordt in de orthomoleculaire geneeskunde gebruik gemaakt van voedingssupplementen en toediening van extra vitaminen of mineralen om zo de optimale omstandigheden voor herstel te bevorderen.

Optimale inname

De stelling: 'iemand die goed eet, heeft geen extra vitaminen nodig', zou eigenlijk moeten luiden: iemand die goed eet, wordt minder snel ziek, omdat hij in ieder geval bepaalde hoeveelheden aan vitaminen en andere voedingsstoffen naar binnen krijgt. Inname van extra vitaminen betekent meer bescherming en meer weerstand. Geregeld voegt men hieraan toe, dat alleen kinderen in de groei, zwangere vrouwen en ouderen extra inname nodig hebben en dan vooral als de ’R’ in de maand is, of tijdens ziekte. Niets is minder waar!!! Voeding kan niet altijd voorzien in een optimale inname van voedingsstoffen. Alleen door een optimale inname is het mogelijk te profiteren van de extra bescherming die de betreffende stoffen kunnen bieden. Bovendien is de behoefte aan voedingsstoffen individueel bepaald. Sommige mensen hebben van bepaalde voedingselementen, door erfelijke oorzaken of levensstijl, twee tot tien keer zoveel nodig als anderen. 

Ook het spijsverteringsstelsel beïnvloedt de behoefte aan voedingsstoffen. Zo blijkt ongeveer een derde van de mensen boven de 50 jaar in ons land een tekort te vertonen aan vitamine B12. Een verminderde productie van maagsap is hier vaak de oorzaak van: de vitamine B12 wordt daardoor onvoldoende uit de voeding vrijgemaakt. In Nederland is het in de winter ook lastig om voldoende vitamine D op te bouwen.  Al helemaal als je een donkerder huid hebt of niet veel buiten komt. Maar liefst 60% van de Nederlandse bevolking heeft in de winter een te laag vitamine D gehalte. Dat heeft onder andere negatieve effecten voor de kracht van je immuunsysteem. Een ander veel voorkomend tekort is een lage ijzervoorraad: vooral veganisten en vegetariers hebben daar problemen mee. Tijdens de intake kijk ik daarom naar de waarden van deze stoffen als er aanwijzingen van tekorten zijn. Ook kan het waardevol zijn, een preventieve check te doen: hoe sta je ervoor? Zo nemen veel mensen in de winter vitamine D in, maar is de dosering voldoende of wellicht teveel? 

Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH)

De ADH is een richtlijn voor de inname van een aantal voedingsstoffen. Het merendeel van deze richtlijnen is in de jaren 50 van de vorige eeuw vastgesteld. Overigens voor slechts elf van de meer dan vijftig essentiële voedingsstoffen. Vaak wordt gedacht dat deze aanbevolen hoeveelheden gebaseerd zijn op een optimale inname. Dit is echter een misverstand. De beschreven ADH’s zijn hoeveelheden die bedoeld zijn om tekorten te voorkomen, met een ingebouwde veiligheidsmarge. ADH’s geven niet het niveau voor een optimale gezondheid aan; een onderwerp dat juist steeds meer wetenschappers bezighoudt. Het is algemeen bekend dat een groot aantal bevolkingsgroepen een hogere behoefte heeft dan de ADH, zoals ouderen, kinderen in de groei, sporters, zieken, herstellenden, mensen die aan de lijn doen, veganisten, mensen die roken, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven en mensen die teveel stress & spanning hebben. Stress en chronisch gebruik van medicijnen kunnen de behoefte aan bepaalde vitaminen en mineralen doen toenemen.

Vitaminen en mineralen

Vitaminen en mineralen zijn vooral bekend met betrekking tot het voorkomen van bepaalde gebreksziekten. Zo wordt vitamine C in verband gebracht met scheurbuik, vitamine B1 met beriberi, vitamine D met rachitis, vitamine B12 en ijzer met bloedarmoede, jodium met schildklierproblemen en calcium met botontkalking. Scheurbuik zal pas optreden bij een zeer groot tekort aan vitamine C. Dat zien we tegenwoordig vrijwel niet meer voorkomen gelukkig. Toch geeft een klein tekort aan vitamine C al vervelende klachten: eerder ontstekingen, bloedend tandvlees, bevattelijk en uit je hum. Aan veel klachten liggen tekorten ten grondslag. Door die aan te vullen, help je je lichaam weer sneller in balans te komen. Je bent dan dus met de achterliggende oorzaak bezig. Je hoofdpijn kan namelijk mede veroorzaakt worden door een tekort aan ijzer, vitamine D of B.  

In de reguliere geneeskunde wordt bij hoofdpijn vaak pijnstillers voorgeschreven. Maar de hoofdpijn wordt natuurlijk niet veroorzaakt door een tekort aan paracetamol het lichaam.  Zo zal het gebruik van geneesmiddelen die niets doen aan de onderliggende oorzaak van de klachten er toe kunnen leiden, dat later andere klachten optreden, veroorzaakt door dezelfde (niet opgeloste) tekorten in de voeding. Gebruik van nog meer medicijnen voor de bijkomende klachten zal nog steeds de onderliggende oorzaak niet aanpakken, maar wel de kans op bijvoorbeeld bijwerkingen verhogen. 

In de praktijk probeer ik zoveel mogelijk negatief beïnvloedende factoren in kaart te brengen & suggesties te geven voor herstel.  En natuurlijk de positief beïnvloedende factoren mee te geven.  

Optimale inname

Samenvattend: allereerst is je basis een gezonde voeding. Met een ruime hoeveelheid groente en veel afwisseling. Daarnaast kun je supplementen nemen. Liefst goed opneembaar en in de optimale hoeveelheid. Een aantal voedingssupplementen bevat dan ook grotere hoeveelheden vitaminen en mineralen dan de ADH. Het gebruik van voedingssupplementen is een eenvoudige, effectieve en veilige manier om een optimale hoeveelheid vitaminen, mineralen en anti-oxidanten in te nemen.

Kwaliteit

Vanzelfsprekend is het wel van belang te letten op de kwaliteit van de producten. Er zijn tegenwoordig zeer veel voedingssupplementen verkrijgbaar. De kwalitatieve verschillen tussen de producten zijn groot. De kwaliteit wordt mede bepaald door de hoeveelheid, diversiteit en opneembaarheid van de verschillende voedingsstoffen. Tijdens het consult geef ik advies over de stoffen die aangevuld moeten worden en van welke merken deze het beste betrokken kunnen worden.